Henriëtte reageert op mijn blog Een hoge balans versus een lage balans met: Ik ben door jou als ‘gedempt-licht’ getypeerd. Ik heb als lichaamsvorm de omgekeerde driehoek (V-silhouet). Nu begrijp ik dat bij deze lichaamsvorm de bovenkant donkerder van kleur moet zijn dan de onderkant om een goede balans te krijgen. Maar met de kleuranalyse ‘licht’ moet ik lichte kleuren bij mijn gezicht dragen. Hoe los ik dat op?
Om je lichaam voor het oog in balans te krijgen hebben we een aantal optische trucjes, de zogenaamde stijlmiddelen, tot onze beschikking:
- Kleur – is een mega stijlmiddel. Lees mijn bericht De stralingskracht van een kleur. Door op het breedste deel van je lichaam donkerder/minder opvallende kleuren te dragen dan op je smalste deel, breng je voor het oog (optisch) je lichaam in balans. Ben je, zoals Henriëtte, een gedempt-licht kleurtype met een hoge balans, dan zal de kleur van je broeken/rokken altijd (iets) lichter of opvallender moeten zijn dan de top. Lees mijn bericht Kleuren beïnvloeden elkaar, daar kun je je voordeel mee doen.
- Dessins – draag je het liefst op dat lichaamsdeel wat geaccentueerd moet worden. Maar dit is ook afhankelijk van hoe groot en hoe opvallend het dessin is. Lees mijn bericht Dessins zijn trendy, maar hoe combineer je ze tot een stijlvol geheel?
- Textuur – een tweed rokje bijvoorbeeld, zal je heupen voller en je bovenlichaam smaller laten lijken. Heb je een lage balans dan zal een vestje van bouclé je bovenlichaam voller laten lijken en je heupen smaller. Lees mijn bericht Een stof(fig) imago
- Lijnen – een kledingstuk onderscheidt twee soorten lijnen: de buitenlijn of het silhouet: is het een recht of een getailleerd jasje bijvoorbeeld. De binnenlijnen zijn de figuurnaden, die ervoor zorgen dat een kledingstuk een bepaalde vorm krijgt. Maar ook stiksels, plooien, zakken en een knoop- of ritssluiting behoren tot de binnenlijnen. Verticale lijnen bewegen het oog van boven naar beneden, ze maken je langer en slanker. Horizontale lijnen doen het tegenovergestelde, ze maken je korter en breder. Op onderstaand plaatje zie je dat ook de kraagvorm (binnenlijn) belangrijk is. Hoe smaller de revers, hoe meer je een verticale lijn krijgt. Hoe breder de revers hoe breder je schouders lijken. En dit is voor vrouwen met smalle schouders en een lage balans heel aantrekkelijk.
- Schaal – hoe kleiner de kledingdetails, zoals bijvoorbeeld kragen, knopen en zakken, hoe groter het lichaam zal lijken. Omgekeerd zal een grote kraag het lichaam kleiner laten lijken. Lees mijn bericht De schaal van je lichaam.
Voorbeelden van een goed gebruik van stijlmiddelen:
Voorbeeld 1: Wil je als vrouw met een lage balans, zoals bijvoorbeeld het A-silhouet en het 8-silhouet, een witte broek dragen, dan zul je op het bovenlichaam een top moeten dragen die nog meer de aandacht trekt. Dit om je lichaam optisch in balans te brengen. Denk aan een brede horizontale streep die je smalle bovenlichaam breder laat lijken.
Voorbeeld 2: Wil je als vrouw met een hoge balans, zoals bijvoorbeeld het V-silhouet, een lichtblauw vestje dragen op een donkerblauwe rok, dan zal het vestje een diepe V-hals en een knoopsluiting moeten hebben en de rok uitstaande plooien om een harmonieuze uitstraling te krijgen.
Tip: Kijk eens kritisch naar je lievelingskledingstuk. Welke stijlmiddelen kun je ontdekken? Wat maakt dat het jouw lievelingskledingstuk is? Is het de vorm (het model), die wat voor je figuur doet of heb je het gekozen omdat het helemaal jouw smaak is?