Nu het ernaar uitziet dat we definitief verlost zijn van hagelbuien en natte sneeuw en de zon midden op de dag al behoorlijk sterk is, kan de dikke winterjas definitief achter in de kast. Maar wat wat kun je beter nog wel even laten hangen?
Mijn tips om de overgang naar de lente gemakkelijker te maken:
- Werk met laagjes – een hemdje onder een blouse en daaroverheen een vestje. Komt de lentezon te voorschijn dan kun je de laagjes naar behoefte afpellen.
- Als je een leren jasje in je garderobe hebt. Een leren jasje is perfect voor de tussenseizoenen. Ook in de herfst heb je hier weer profijt van. Je kunt het zowel bij een rok als een broek dragen. Is ‘gedempt’ één van je kleurkarakteristieken, kies dan voor mat leer of suède. Staan heldere kleuren je mooier kies dan liever voor glad leer. Je ziet ook steeds vaker jasjes van imitatieleer.
- Met een gewatteerd jasje (of bodywarmer) dat je heel klein kunt oprollen. Dit is ook zo’n kledingstuk waar je veel plezier van kunt hebben in zowel het voor- als naseizoen.
- Verruil je donkere winter jeans voor een iets lichter exemplaar. Want de overgang naar de lente vraagt om wat lichtere kleuren. Daar voel ook jij je meteen prettiger in.
- Met een lang vest uit je wintergarderobe dat je nu als jas kunt dragen. Eventueel met het dunne bodywarmertje eronder.
- Als je de echte winterkleren uit je kast verwijderd. Zoals die dikke lange jas en je winterlaarzen.
- Vervolgens je zomergarderobe te voorschijn haalt en kijkt wat je daarvan nu al kunt dragen met de overgebleven kleren van je wintergarderobe.
- Je kleur toevoegt in de vorm van een sjaal of een blouse/shirtje/truitje.
