Kort geleden kreeg ik als reactie op een STOA van een klant te horen “Ik heb geen kort bovenlichaam, zoals jij aangeeft, maar juist een lang bovenlichaam. Want badpakken zijn altijd te kort voor mijn bovenlichaam“. Deze klant was langer dan de gemiddelde lichaamslengte waar de confectie van uitgaat. Haar bovenlichaam was niet extra lang, maar haar hele lichaam was te lang voor het badpak. Dit voorval bracht mij op het idee om nogmaals iets te schrijven over de verticale proporties van ons lichaam. En ditmaal over hoe lang of kort je bovenlichaam kan zijn.
Je kunt op een eenvoudige manier bepalen of je een lang of kort bovenlichaam hebt. Je hebt een meetlint nodig en een touwtje of smal riempje om je taille te markeren. Je taille zit daar waar je lichaam een knik geeft als je naar de zijkant overbuigt.
- Meet de afstand van je oksel tot je taille (A)
- Meet de afstand van je taille tot je kruis (B)
Door deze maten te vergelijken weet je of je een lang of kort bovenlichaam hebt.
- Is A korter dan B, dan heb je een kort bovenlichaam
- Is A langer dan B dan heb je een lang bovenlichaam
- Is A gelijk aan B dan zijn je verticale proporties in balans.
Om een harmonieus beeld neer te zetten is het belangrijk dat je bovenlichaam in balans komt met je onderlichaam. Vrouwen met het H-silhouet, het V-silhouet en het O-silhouet hebben in de meeste gevallen een kort bovenlichaam, maar daarentegen lange benen. Het 8-silhouet heeft een kort bovenlichaam, maar ook in verhouding korte benen. Het A-silhouet heeft in verhouding een lang bovenlichaam en korte benen.
Een kort bovenlichaam:
- Draag een top met verticale lijnen. Dat kan een blouse zijn met een fijn streepje of een jasje met verticale figuurnaden.
- Draag je top over je broek of rok, dus stop hem er niet bij in.
- Vermijd jurken met een naad en/of een riem op je taille. Wil je er toch een dragen lees mijn bericht Kan iedere vrouw een riem dragen?
- Draag een dessin in je top in combinatie met een effen broek of rok. Dit verbergt je natuurlijke taille. En de overgang tussen het dessin en het effen onderstuk laat je bovenlichaam langer lijken dan het in werkelijkheid is. Dit effect kun je ook bereiken met een kleurverschil tussen je top en het onderstuk (zie afb.).
- Wat je beslist moet vermijden is de aandacht te brengen naar je natuurlijke taille door een broek of rok met een hoge taille te dragen en/of de taille te accentueren met een brede riem.
Een lang bovenlichaam:
- Door je lange bovenlichaam lijken je benen korter. Het is belangrijk kleding te kiezen die je benen langer laat lijken.
- Ga voor jurken met een A-lijn of een empiretaille. Deze stijlen suggereren een taille die hoger zit dan je natuurlijke taille. En ze laten je benen daardoor langer lijken.
- Draag je blouse in je rok/broek en laat hem niet bloezen.
- Kies broeken en rokken die hoog op je taille eindigen. Heupbroeken kun je beter vermijden, want je benen zullen alleen maar korter lijken.
- Vermijd tops die (bijna) je navel laten zien. Het zal bij jou eruit zien alsof je ze te heet hebt gewassen.
- Draag korte jasjes, die op of net over je heupbeen eindigen. Ook een bolero kan erg leuk staan.
- Schoenen met een hak en in de kleur van je kleding op je onderlichaam verlengen je benen. Voor de zomer kun je schoenen in de kleur van je huid kiezen.
